Bocht na bocht slingert de weg zich omhoog richting Mt St Helens. In Portland heb ik de vrienden een goede terugreis gewenst en nu ben ik weer alleen op weg. Op weg naar de vulkaan die in 1980 zijn hele top verloor in een explosieve uitbarsting. Het lukt me niet om de grootte van het landschap te vangen in een foto. De kracht waarmee de 3 kubieke kilometer berg door de ontploffing werd weggeslingerd is onvoorstelbaar. Het maaide 600 vierkante kilometer bos om, kostte bijna 60 mensen het leven en grote gebieden in de omgeving werden bedolven onder het as.

In Packwood parkeer ik de motor bij een lokale microbrouwerij. Eigenlijk was ik van plan om door te rijden tot aan de andere kant van de bergen. Maar nu ik de kust al heb gezien en ik me nog een weekje mag vermaken in Washington state valt alle ambitie van me af en besluit ik het rustig aan te gaan doen.

Twee dagen later rij ik alsnog naar Yakima op en neer. Op de White Pass zie ik binnen een paar mijl het landschap veranderen van weelderig groen naar dorre woestijn. De regen die vanaf de kust het land in waait komt de bergen niet over. In Yakima proberen ze met man en macht te verbloemen dat het een met stof overwaait industrieel woestijnstadje is. Het centrum is verbouwd en voorzien van wat groen en een nieuwe parkeerplaats. Maar sfeervol zou ik het niet noemen.
Terug over de Chinook Pass, terug de groene wouden in, rij ik door Mount Rainier National Park. Op het moment dat ik uitzicht kan hebben op de berg steekt deze door de bewolking even de top de hemel in.

“Je bent gek als je geen vuurtje stookt.” De eigenaar van het vakantiehuisje net buiten Ashford laat me zien hoe hij voor de gasten een vuurplaats heeft gemaakt en alvast het aanmaakhout heeft gestapeld. “Je hoeft het alleen nog maar aan te steken.”
Hij woont in de zomer samen met z’n vrouw, beide al jaren met pensioen, in een camper op z’n eigen terrein. De twee vaste huizen zijn verdeeld in eenvoudige appartementen die voornamelijk verhuurd worden aan bergbeklimmers. In de winter wonen ze er zelf.

De dag erna is het 4th of July. Van de eigenaar van m’n huisje had ik gehoord dat er in Mineral, een dorpje op 10 mijl afstand, vuurwerk zou zijn. Daar aangekomen lijkt het vuurwerk te bestaan uit twee rednecks die vanuit een roeiboot wat pijlen gaan afsteken. Ik reken in de lokale saloon m’n colaatje af en spring weer op de motor. Dertig mijl verder, in Mossyrock, wordt bij de highschool wel een groot vuurwerk afgestoken. Na het vuurwerk rij ik door volledige duisternis de 40 mijl weer terug naar de hut. Overal staan borden die waarschuwen voor overstekende herten en alleen de scherpste bochten zijn voorzien van reflectoren. Ik probeer dezelfde snelheid te rijden als de enkele auto doet maar in het donker op de bochtige stukken is dat erg spannend.

Ashford, Washington

20°C, wisselvallig